Ga naar de startpagina
De Achtse Barrier
Mei 2014
 
--> vaste rubrieken <--
--> en verder <--

Koolmees

Tijdens het koffiedrinken staarde ik boven mijn kopje mijn postzegeltuintje in. De kerria staat uitbundig geel te stralen. Echt strálen, want die lange slierttakken zien eruit als lange pijlen van de zon. Erachter – eigenlijk achter mijn eigen tuintje – het tuintje van de buren waar ik nu volop van kan meegenieten, omdat hun prunus ook bloeit. Dat gaf een mooie combinatie met mijn geel. En daartussen aan mijn slaapkamermuur het hokje van de koolmezen. Elke ochtend dezer dagen worden wij bij het krieken van de dag gewekt door hem. Hij probeert het invlieggat te vergroten. En dat terwijl Hans strikt de instructies van Vogelbescherming heeft gevolgd en een boorgat heeft gemaakt dat op de millimeter precies is zoals aangegeven was. Maar de natuur verslaat elke theorie, zoals we ervaren. Jaja, meneer koolmees studeert voor specht, zo’n herrie is het! Het is echter een lieflijk wakker worden, al word je gestoord in je slaap. Het slaapgebrek haal ik dus in boven dat kopje koffie.
Ze hebben het er druk mee, die koolmezen dan. Af en aan vliegen ze met mosjes, blaadjes enz. En toen? Toen kon ik mijn ogen niet geloven. Die waren ook nog wat dik en gezwollen, dat is waar, dus betrouwbaar waren ze niet echt. Maar ik heb het tafereeltje tweemaal gezien, dus nu moét ik het wel geloven. Pa (of ma?) kwam aanvliegen met een heel dun twijgje. Dat balanceerde keurig in zijn snaveltje, maar maakte het invliegen onmogelijk. De twijg was te breed. Even gleed het vogeltje iets naar beneden langs het huisje, maar vogeltjes kunnen een val altijd heel goed opvangen nietwaar. Hij hernam zich en vloog omhoog en ging met zijn buit op het dakje van de kast zitten. Je zág hem nadenken. Met een ongelooflijk korte draai, over niet meer dan 20, 30 cm daalde hij weer af naar de opening, zette zijn pootjes op de rand en drúkken maar. Geen succes. Weer omhoog. Weer nadenken. Toen pakte hij het twijgje niet in het midden, maar aan een puntje en...ja hoor, hij verdween in de kast! Bravo!

Tweede bedrijf
Kort daarna kwam hij (of zij?) alweer aanvliegen met buit. Wéér te groot. Maar nu was hij erop voorbereid. Hij klampte zich met zijn nageltjes vast aan de opening, schoof behendig met zijn snaveltje, zónder hulp van handjes, het twijgje iets naar het uiteinde en toen? Toen vloog hij achteruit, als een libelle, een helikopter of een kolibrie om een soort aanloopje te nemen en ja hoor, het lukte. Verdwenen in de kast. Bravissimo!
Mijn dag kan niet meer stuk.

Janna Kiers