Zomer in de lente
Als u dit leest is het al voorbij, maar nu ik het schrijf moet het nog komen. Zomer in de lente. De weersverwachting voor de komende dagen voorspelt zomerse temperaturen.
Dus, vanmorgen maar de korte mouwen uit de kast getrokken en zo dadelijk een biertje koud zetten voor vanmiddag. Want dan ga ik lekker genieten van het mooie weer en het frisse groen rondom ons balkon. Onze oase van rust en ruimte! Heerlijk.
Vanmorgen zag ik het bijna lege nest van de grauwe gans die al weken heeft zitten broeden. Er lagen alleen nog een paar halve eierschalen in.
Het echtpaar Gans-Gans, vroeger ooit geëmigreerd vanuit Canada, was aan de overkant van de plas de kroost aan het uitlaten en liet daarbij luidkeels horen dat potentiële pottenkijkers dringend werd aangeraden op veilige afstand te blijven. Dat ene koppel is ook veel luidruchtiger dan de grote groep witte soortgenoten van lokale komaf, die ook al jaren rondom het water bivakkeren. En het is ook veel agressiever. Met z’n tweeën verjagen ze die grote groep gemakkelijk naar een plek vele tientallen meters verderop en ze schromen ook niet om ze met geweld tot spoed aan te zetten.
En die witte gehoorzamen, bijna altijd zonder morren of protesten. Je hóórt ze bijna zuchten: “Ja, ik ga al, ik ga al..”
Wat zou die grauwe ganzen toch zo agressief maken? Zouden ze jaloers zijn op die mooie witte veren? Of op de rust die er ogenschijnlijk van die witte groep uitgaat? Dat laatste is trouwens meer schijn dan werkelijkheid. Want alleen het aantal maakt al dat de overlast meteen overal merkbaar is. Kijk alleen maar naar de grote hoeveelheid groene
restafval die ze overal neerkwakken. En niet netjes in het gras tussen hun dagelijks voer! Nee, op ónze paden en looproutes. En geen hond die het opruimt! Nou ja, dat doen de honden ook niet met hun eigen nalatenschappen! Hooguit dat er nog een overijverig met een beetje schraal zand probeert het product enigszins te verbergen. En veel hondenbezitters zoeken dan, hoogstwaarschijnlijk tevergeefs, naar wat ze van overheidswege geacht worden op te ruimen en mee te nemen.
Onwillekeurig doet dit verhaal me dan weer denken aan die politieruiter die in de Parijslaan patrouilleerde en een hondenbezitter verbaliseerde omdat hij ’vergat’ om de drol, die de hond had achtergelaten, op te ruimen.
We leven toch allemaal maar in een vreemde wereld.
Maar ja, daar ga ik straks niet over na zitten denken op mijn balkon.
Ik heb wel iets beters…
Martin