Lente
Afgelopen week viel het me op dat de meeste bomen in enkele dagen tijd een heel ander uiterlijk hebben gekregen. Hadden ze maandag nog een zweem van een groene waas, zaterdag stonden ze te pronken met een prachtige deken van nieuwe bladeren. De berken vertoonden woensdag en donderdag nog een prachtige bloementooi, wat voor hooikoortspatiënten veelal verloren ging door de pollen die het met zich meebracht en de veelvuldige niesbuien die daarop volgden. Maar goed, mooie nieuwe zachtgroen bladeren, lekker sappig en smaakvol, vooral voor die kleine slangetjes die al hoog in de eikenbomen hongerig zaten te wachten tot ze zich aan al dat lekkers tegoed konden gaan doen.
Maar ik wil die beestjes vast waarschuwen: er ligt een gevaar op de loer! Gevaar in de vorm van de gezinsuitbreiding die zich in onze tuin aan het voltrekken is. We hebben namelijk nieuwe buren gekregen. Aan de linkerkant zijn het Peter en Lenie Kool - Mees die zich hebben gevestigd en er tegenover wonen sinds kort Cees en Lydia Pimpel -Mees.
Beide mannen zijn als eerste druk in de weer geweest om het huis bewoonbaar te maken, waarbij de dames af en toe kwamen keuren en met aanwijzingen kwamen wat er nog moest worden aangepast. Ik heb nog geprobeerd om hun taaltje te begrijpen, maar het enige wat ik eruit meende op te kunnen maken was een geluid als: Nou, wat vind je ervan? En uit het feit dat ze samen wegvlogen maakte ik op dat ze het wel iets vonden.
En nou liggen er bij Peter en Lenie maar mooi elf couveuses te wachten op de dingen die komen gaan. Ja, ik wilde het wel graag weten, dus heb ik maar even gekeken. Peter en Lenie waren toen beide even uithuizig, maar bij Cees en Lydia had ik een heel andere ervaring. Lydia zat breeduit met boze blik omhoog te staren naar die indringer die zomaar in haar slaapkamer bliekte. Ik mompelde een excuus in haar richting en legde snel het dak weer op haar huis.
Van een vorige spionagepoging, een week eerder, weet ik dat er bij hen minstens acht potentiële kinderen lagen te wachten, maar het juiste aantal weet ik nu dus niet. Mogelijk zijn er dat dus ook meer dan tien.
Het is trouwens maar goed dat ouders meer uitgaan van de biologische band die ze hebben met hun kroost dan van de aantrekkelijkheid van die pasgeboren schepsels, want als die beestjes de couveuse verlaten zien ze er helemaal niet uit. Poedeltje naakt, en helemaal uit vorm. De kop is net zo groot als de rest van het lijf, en de bek is dan weer ongeveer de helft van de kop. Dus met recht kunnen we dan spreken van een hele grote bek!
Over enkele weken zullen we dus verrast worden door het gekwetter uit meer dan twintig kelen die zich melden als hun ouders met die heerlijke voedzame versnaperingen uit de in de buurt staande eiken aan komen vliegen.
Het is wel de vraag of deze gulzigaards die grote voorraad rupsen aan kunnen. We wachten het af.
Martin