Ga naar de startpagina
De Achtse Barrier
Juni 2017
 
--> vaste rubrieken <--
--> en verder <--

Pleinkinderen

Mijn lief en ik zijn gezegend met een leuke schare kleinkinderen, variërend in leeftijd van 21 tot 2,5. De oudste is een jongen en hij was 6 weken toen ik mijn werkgever voor het laatst een hand gaf ten afscheid.

Daarna kwam er een vijftal meisjes, die zich inmiddels hebben ontwikkeld tot jongedames die er een uitgesproken eigen mening over kleding en omgang op nahouden.

De laatste twee zijn weer jongens, met als bijzonderheid dat ze geen bloedband hebben met het gezin waarin ze nu wonen. Het zijn koekoeksjongen. Geboren in een ander nest en door de overheid daar weggehaald en ondergebracht in een pleeggezin. Crisisopvang om ze te beschermen en ervoor te zorgen dat ze zich kunnen ontwikkelen tot stabiele volwassenen die de turbulentie van het leven aan kunnen en er mee om kunnen gaan.

Ryan was drie-en-een-half toen hij bij zijn moeder werd weggehaald. Hij kon nog niet praten en hield zijn handjes stijf voor zijn oren als er eens wat harder werd gesproken, bang als hij was voor ruzie. Na een half jaar was de ommekeer voor iedereen zichtbaar. Hij maakte grote stappen in ontwikkeling en toen hij naar school mocht ging hij als een speer door de lesstof. De juffen kregen er lol in om het ventje verder te helpen en zo kon het zomaar gebeuren dat hij een halve dag per week naar een hogere klas mocht om te leren lezen. Binnen zes maanden kon hij echt lezen. Soms waren er woorden die hij niet snapte en dan vroeg hij de betekenis. Daarna kon hij in zijn eigen woorden het verhaal helemaal vertellen. Maar hij was toe aan een nieuwe uitdaging. Schrijven! Ook dat werd snel geregeld op school. Hij kreeg de schrijfoefeningen van de hogere klas om thuis te oefenen. Ik heb ze gezien en ik weet zeker dat hij begreep wat hij deed. Hij schreef namelijk alles met hoofdletters, terwijl de oefening kleine letters had. Dus ook de vertaling van kleine letters naar hoofdletters had hij al onder de knie. Vijf jaar, notabene!

Vorige maand kwam Lars vanuit een soortgelijke crisissituatie. De politie vond hem in een afgesloten kamertje op een kaal matrasje in een bedje zonder lakens en dekens, met alleen een luier om, die al een heel etmaal niet verschoond was. Ook hij kon nog niet praten en stootte alleen maar klanken uit. Hij toonde zich een omgekeerd magneetje. Hij strekte zijn handjes naar je uit, maar als je hem dan begon te knuffelen dan beet hij in je neus of oren. En ook bij Lars zien we de verandering per week doorzetten. Hij communiceert nog steeds met gebaren, maar snapt wel de betekenis van de woorden die hij hoort. Te meer omdat die vaak samen gaan met gebaren die hij zelf ook gebruikt. En wat ook belangrijk is: de polen van de magneet zijn al omgekeerd. Hij vindt het leuk om geknuffeld te worden en gebruikt zijn tanden nu waar ze voor bedoeld zijn: om te eten! Ik weet zeker dat hij het ook zal gaan maken. Deze twee jongens noemen wij met trots onze pl(eegkl)einkinderen.

Martin