Voorwoord
In onze maatschappij wordt erg veel tijd en geld besteed aan ontwikkeling van nieuwe producten. iPod, iPad en iPhone (spreek uit: aipot, aipet en aifoon) zijn de laatste tijd in de markt gezet en gaan werkelijk als zoete broodjes over de toonbank. Veel mensen bezitten intussen al zo’n ‘hebbedingetje’ om sociale contacten te onderhouden via het internet. En ze willen hem voor geen goud meer missen. Ik kan me dat best wel voorstellen, alhoewel ik zelf nog niet zo’n ding heb.
Jaren geleden werd de koelkast voor huishoudelijk gebruik geïntroduceerd. Mijn ouders hoefden zo’n ‘stroomvreter’ niet. Tot er na een zwaar onweer veel vlees in de kelderkast bedorven bleek. Toen kwam er heel snel een koelkast.
Hetzelfde geldt voor de kleurentelevisie, mobiele telefoon, computer en nu ook de elektrische fiets. Ook daarover waren de consumenten eerst erg sceptisch, maar ook die producten zijn nu algemeen geaccepteerd en worden nog steeds verbeterd. En omdat steeds meer mensen deze producten aanschaffen worden ze ook steeds goedkoper. Dat door deze ontwikkeling de wereld om ons heen ook verandert, is ook begrijpelijk. De kleine kruidenier om de hoek is verdwenen, want je haalt nu in een keer alle boodschappen voor de hele week in de supermarkt en stopt alles in de koelkast. Telefoonmaatschappijen maken verlies op de ‘vaste telefoon’ want steeds meer mensen zeggen hun abonnement op deze oude versie op. Ze zijn mobiel veel beter bereikbaar.
En de overheid en ook de banken maken steeds meer gebruik van computers en internet. Een afspraak maken op het stadskantoor of aangifte doen van diefstal doe je met de computer. Ook internetbankieren raakt steeds meer in zwang. En de service via persoonlijk contact aan een balie wordt steeds minder.
Dat is dan de prijs die we voor de vooruitgang betalen.
Ik zal mijn kleinkinderen toch binnenkort eens vragen om me die
aaidingen eens uit te leggen.
Martin