Ome Henk
In de tijd dat ik tiener was hadden we vele ooms en tantes; dat was toen heel
gewoon. Ze hadden allemaal heel gewone namen: oom Wim, oom Henk (een
paar), oom Martin, een paar ooms Jan, oom Egbert en zo nog een paar.
Af en toe moesten we bij familie op bezoek. Dat was meestal een flinke treinreis,
auto’s waren toen niet te vinden in onze familie.
Een favoriet was voor mij ome Henk in Hilversum, hij en zijn vrouw waren
heel lieve mensen en dan had hij ook nog zo’n interessant beroep: hij was
drukker! Zijn drukkerij was een paar straten van zijn huis Een klein zaaltje
met, voor mij, mooie zwarte machines en stapels papier en een heel aparte
geur. Als ik er dan binnenviel zei hij altijd: “Ik ben nog even bezig, de klant
wacht er op, ga maar even zitten, maar nergens aankomen, hoor!” en dan
ging hij verder, ‘s zomers in hemdsmouwen en als het koeler was met een
werkjas aan, onderwijl vertellend: “Ik ben nu met geboortekaartjes bezig” of“kijk, een heel mooie huwelijkskaart” of “de groenteboer heeft zoveel bloemkolen
gekocht dat ik een reclamefolder moet drukken en die moet vanmiddag
nog klaar”. En zijn mooie drukpers zwoegde voort, aan de ene kant het papier
opslurpend en aan de andere kant met elke slag een mooi bedrukt vel
uitspugend.
Heel anders nu: de redactie is laatst op bezoek geweest bij de drukkerij waar‘t Brierke gedrukt wordt. Dezelfde geur als vroeger bij ome Henk maar heel
andere machines: waar de bedrukte vellen met een grote snelheid uit kwamen.
8 pagina’s op een vel. Ze moeten alleen nog schoongesneden worden.
Een paar oude machines, zoals die waar oom Henk mee werkte, stonden
daar nog wel mooi in een hoekje te pronken.
KOOS